■ Afbeeldingen vastleggen
Hoofdcamera
1. Open de lensdop als u de hoofdcamera wilt activeren.
Controleer of de lensdop volledig is geopend. Met
wordt de fotomodus aangegeven.
2. Druk op de volumetoetsen om in of uit te zoomen.
Als u de instellingen voor belichting en kleur wilt wijzigen
voordat u een foto neemt, selecteert u een van de opties in de
actieve werkbalk. Zie ’Actieve werkbalk’ op pag. 49 en ’Scènes’
pag. 51.
Druk de opnametoets half in om de focus op een voorwerp
vast te zetten. Als de focus niet is vergrendeld, brandt de rode
focusindicator. Laat de opnametoets los en druk deze nogmaals
half in.
49
C a m e r a
3. Druk op de cameratoets
om een foto te maken.
4. Sluit de lensdop als u de
hoofdcamera wilt sluiten.
Tweede camera
1. Als u de tweede camera in de stand-by modus wilt inschakelen, houdt u de
lensdop dicht en selecteert u
>
Toepass.
>
Camera
. Als de hoofdcamera
is geactiveerd, selecteert u
Opties
>
Tweede camera gebr.
.
2. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of uitzoomen.
3. Druk op de bladertoets om een foto te maken.